bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

donderdag 25 februari 2016

NOSTALGIE met een FUTURE deel 6



Aanloop jachthaven Vlissingen


Zondag, terugreis naar Vlissingen over zee in het donker


Rond 16.00 uur gooiden we de trossen los in Blankenberge, het was mooi zeilweer. Els ging over de Bol van Heist. 
Bij aankomst Rede Vlissingen gelijk haaks oversteken om de jachthaven Michiel de Ruyter aan te lopen. Tijdens de reis hadden we goed zicht, het begon al te schemeren.
‘Zo vind ik de zee het mooist,’ zei tante Jopie, Janna en Hilary beaamden dit. Het donkere water met de verlichte route boeien, de verlichte kustlijn, de vuurtorens. Ineens kreeg ik op beide wangen een zoen.
Rond 20.00 uur meerde de Lady Vivian af in haar box in de Michiel de Ruijter haven. Els haar vader nam de trossen aan en stapte aan boord met de woorden: ‘Is er nog een Beerenburg voor de vastmaker schipper?’ Het was zijn boot geweest, maar sinds zijn vrouw was overleden had hij geen zeilmaatje meer dus ging hij zo nu en dan maar met Els mee. Hij bleef het onderhoud doen, daar had dochtertje geen tijd voor. Toen Pa evenals wij van boord gingen wisten we dat hij Stuurman was geweest. Na de geboorte van Els was hij Scheldeloods geworden tot aan zijn pensionering. Hij woonde even verderop aan de boulevard. Morgen ging hij de zeilen drogen, de boot soppen en het motorruim nakijken.
We wilden vroeg naar bed. Bij ons slaapmutsje vroeg tante Jopie: ‘Al plannen voor morgen? Houd er rekening mee dat er veel dicht is op maandag, het is nog geen seizoen. Donderdag willen jullie naar Maastricht per trein?’
‘Het zal wel moeten,’ zei ik, ‘we hebben geen auto bij ons.’
Janna merkte op: ‘Zal ik Rob en Pia bellen met de vraag of zij volgend weekend tijd hebben voor een Limburgs tapbiertje? Dan kunnen zij mooi de mini brengen en wij kunnen ons dan eens iets wat gemakkelijker verplaatsen.’





‘Als we hier aan kant zijn dan zijn we ook de rest van de maand vrij,’ zei Els, ‘plannen zijn er niet.  Soms gaan we gewoon op het Veerse Meer een paar dagen voor anker voor de rust. Lekker uitslapen en gewoon niks doen.’ 
Janna kon dit begrijpen: ‘Je geeft gastvrijheid aan de klanten in de Horeca, je geeft ze het gevoel dat ze thuis zijn, jullie helemaal met een hotel! Wat staat er op de werklijst voor het seizoen weer begint?’
‘De hele keuken een grote schoonmaakbeurt, dan laten keuren,’ zei tante Jopie, ‘de eetzaal om de twee jaar een nieuwe inventaris. Nieuw vloerbedekking ieder jaar, inclusief het voorportaal. De vloeren staan voor dinsdagmorgen. Als dit gedaan is kunnen we even weg, dan komen onze zomerhulpen om een oogje in het zeil te houden. Zij lopen de linnenkamer na en herstellen wat nodig is, maken een lijst van wat er aangevuld mag worden. Hun mannen lopen de kamers na op al het draai- en sluitwerk, dat is wel nodig met al dat zout hier.’
Nog een afsluitertje met een welterusten. Janna ging nog een paar biertjes koud zetten. We waren allen moe, morgen om tien uur ontbijt.
Onder ons biertje op de kamer zei Hilary: ‘Zullen we tante Jopie en Els morgen helpen, zij doen zo veel voor ons en eigenlijk zijn ze gesloten. Ze  wilden samen uitrusten na een drukke tijd.’
‘Waarom niet, we bieden hen dit morgen vroeg bij het ontbijt aan,’ zei Janna.
Zo gezegd, zo gedaan. We mochten aan het werk na het ontbijt op de maandagochtend. De meiden met Els in de keuken, tante Jopie moest het mij doen, de eetzaal met het voorportaal leeghalen.
Janna had met Rob en Pia afgestemd vrijdagmiddag in Maastricht. Ze namen de Mini van Janna mee. Hilary ging het uitzendbureau bellen om te melden dat zij in februari beschikbaar was. Hetzelfde liet ik Gruno Scheepvaart weten, voor iedere klus te water.
‘Dat zal wel lukken,’ zei Cees Smit.
Het werk was goed opgeschoten, alleen de vloer in de keuken nog.
‘Doen we morgen wel,’ zeiden onze werkgevers, ‘de stoffeerders zijn er morgen om acht uur. Mogen we onze invalkrachten mee uit eten nemen?’
‘Ik zou Hilary graag een patatje stoofvlees willen laten proeven,’ zei ik.
‘Dat gaat lukken!’ zei Els, ‘even bellen welke er open zijn op maandag.’
Het werd Domburg. ‘Dat is de Topper van de omgeving, ze hebben alleen vleesgerechten met frites, sla en maïskolven van de grill.’
We gingen douchen en daarna met de eend naar Domburg. Tante Jopie aan het roer, dames op de achterbank, zij zaten goed zeevast. De ex-marinekok was zeker een Topper, zijn vrouw serveerde. Ze hadden deze avond maar twee tafels zei hij en dus konden ze nu wel een biertje van ons aannemen. Na het eten werd het nog even bijpraten over de horeca op Walcheren. 
Wij drieën gingen even een rondje Dombrug doen.
‘Bij terugkomst is er Irish coffee voor jullie.’
Dit namen we dan ook maar bij thuiskomst voor het naar bed gaan.

Dinsdag
Rond negen uur had ik de tandpasta nog in mijn mond toen  er op deur geklopt werd.
‘Room service met twee extra gasten met uw goedvinden meneer.’
‘Ik geef de dames even hun badjas, ze liggen nog in hun mandje.’
Op de trolley stonden nog meer mandjes, deze waren gevuld met warme croissants en andere warme broodjes, schaaltjes met stukjes fruit als meloen, appel, nectarine, perzik.
‘De banaan gaat in tweeën,’ zei tante Jopie op gebiedende toon, 'in het schaaltje met de pruimen zitten er twee voor jou bij Peter.'  ‘Dank u tante Jopie en Els dat jullie zo goed voor ons zorgen’.
Na het ontbijt met zoveel heerlijkheden was er koffie met een Zeeuwse bolus in de keuken.
‘We helpen jullie vandaag weer met het inruimen waar nodig is, dan zijn jullie hopelijk ook even vrij na ons vertrek.’
In de middag onder de thee nam Els het woord: ‘Hilary, Janna en Peter, wij willen jullie bedanken voor de hulp en leuke tijd die we tot nu toe met jullie hebben gehad. Donderdag gaan jullie naar Maastricht per trein. Mogen Jopie en ik jullie een comfortabele rit per eend aanbieden via Antwerpen en Hasselt naar Maastricht. Het Vrijthof is voor ons ook vreemd.’





Wij keken elkaar aan, Hilary roerde in haar thee, keek rond en sprak de woorden: ‘Dit gaat gebeuren en wij slapen dan onder een dak’.
Nu nam tante Jopie het woord: ‘Dan slapen we in B&B ‘De Hofnar’, een oud huis aan het Vrijthof welk maar twee kamers groot is. Ik heb ze gebeld. Nu wordt de reservering een boeking met drie bedden op jullie kamer, dat was mogelijk. Het is tot en met dinsdag a.s., langer kon niet.’


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg



woensdag 17 februari 2016

NOSTALGIE met een FUTURE deel 5



Boulevard Vlissingen


Vrijdagmiddag, uitverkoop in de stad.


Winkelen, slenteren, veel kijken… het was uitverkoop en na verloop van tijd vond ik het wel genoeg, mijn keel werd droog.
‘Meiden, op weg naar het centrum zag ik een Ierse Pub, wie heeft er trek in Guinness van het vat?’
Later in 2004 zag ik dat dezelfde pub de naam ‘The Wicked’ had gekregen met Elise als bardame.
‘Nog even dát warenhuis in!’ zeiden ze en ze meenden het echt.
‘Pietje gaat richting boulevard, even daarvoor vinden jullie de pub.’
Na ongeveer een uurtje kwamen zij gevieren binnen. Tante Jopie en Els hadden ook tussen de kledingrekken gestaan en kwamen ook maar mee naar de pub. De Guinness was heerlijk en men vergeet de tijd. Er waren nog een paar Scheldeloodsen binnengekomen die vrij van dienst waren en The Dubliners zongen maar door, evenals the Irish Rovers. De loodsen kregen er zin in met zoveel vrouwelijk schoon aan de bar, de glazen bleven gevuld. Tina de bardame serveerde bitterballen en gebakken uienringen of was het inktvis?







Pont naar Breskens



Zaterdag
Tijdens het ontbijt kwamen we er niet uit wat Tina ons naast de bitterballen geserveerd had de vorige avond.
Els vroeg: ‘Wat doet ons drietal vandaag?’
‘Een oversteek met de pont naar Breskens en vandaar met de bus naar Knokke. Met de kusttram naar de Panne en op de terugweg mosselen eten. Weten jullie een goed restaurant op die route?’
‘Dat weten we,’ zei tante Jopie, ‘in Blankenberge bij de Oesterput, die is bij de oude visafslag, 21 mijl over zee, een kleine vier uur varen voor ons. Els is de schipper van de motorsailer De Lady Vivian.'






‘Geef ons wat van jullie kleding mee voor morgen, vannacht slapen we dan op de boot als we dit jullie mogen aanbieden. Voor ons is het een uitje en per slot van rekening zijn we dicht deze maand. Het zal passen en meten worden om te slapen, maar jullie mogen in de punt. Zien we elkaar vanavond bij de visafslag?’
Tegen een dergelijk aanbod konden we geen nee zeggen en ik ging Els helpen met het afruimen van het ontbijt, de meiden zochten wat kleding bij elkaar, ze hadden toch genoeg plastic zakken na zo’n winkelmiddag van gisteren. Tante Jopie reed ons naar de pont en ik gaf haar een dikke zoen. Even later zagen we ons hotel vanaf de rede.
‘Wat zijn deze vrouwen toch gastvrij!’ zei Janna, ‘Ja,’ zei Hilary, ‘als je zo’n zoen krijgt ga je wel over stag, wij toch ook en zo te zien hebben we er nog geen spijt van.’
Ik begon te blozen van al deze vleiende woorden.
Aangekomen bij de Panne, het eindpunt van de tram, stapten we uit op het plein. Er was natuurlijk een Vlaamse frituur voor het frietje met de vleesstick met currysaus. De volgende tram bracht ons terug naar Blankenberge, het was al donker toen we daar arriveerden. De oude visafslag was gauw gevonden,  maar waar lag de motorsailer?
‘Kijk!’ zei Hilary, ‘daar komt wat binnen varen. Als zij het zijn dan weten we gelijk de ligplaats.’
De Lady Vivian ging afmeren, onze slaapplaats voor de nacht. De meiden liepen vooruit de steiger op om de trossen aan te pakken.



Aanloop Blankenberge


‘Even uit onze zeilpakken,’ zeiden onze gastvrouwen, ‘dan een Beerenburg aangeboden door de schipper, dan de kooien gereed maken.  Chiel van de Oesterput komt altijd een afzakkertje halen aan boord voor hij naar huis gaat. Valt de Jonge Ketel goed dan vergeten hij en zijn vrouw de tijd. Als we naar de Oesterput lopen laten we jullie de doucheruimte zien die we mogen gebruiken i.v.m. Peter zijn been.’
‘Als er maar een stoel in past en iemand neemt mijn been aan dan word ik wel fris.’
‘Nu die kan erin,’ zei Els, ‘het is namelijk een ruimte met een aantal douchekoppen in het plafond.’
De kurk ging op de Beerenburg, de Jonge Ketel stond koud voor de avondgasten, kacheltje op z’n laagste stand. De zak met handdoek en toiletartikelen mee en via het waslokaal op naar de Plate Royal die ons werd aanbevolen.
Het was druk in de zaak, we werden voorgesteld aan Chiel en zijn vrouw.
‘Neem wat aan de bar, de eerste tafel die leeg komt met uitzicht op zee is voor jullie.’
Een kop Bouillabaisse vooraf, dan de Plate Royal. Toen deze werd geserveerd keken Janna en Hilary elkaar aan, ze kregen spontaan de slappe lach. Toen ze een beetje bedaard waren wilden onze gastvrouwen weten waarom ze zo moesten lachen. Janna vertelde hoe ze beiden op donderdag avond tijdens het in bed stappen vergeleken waren met vers fruit. 
'Maar goed dat hij ons niet met het opgediende heeft vergeleken,' zei Janna.
‘Dan had hij een draai om zijn oren gekregen,’ zei Hilary.
‘Fruit blijft langer vers dames!’
‘Ja,’ zeiden de meiden, ‘het risico van die banaan nemen we dan maar. ‘
Nu schoot tante Jopie in de lach. Ik vulde nog maar eens de glazen en kreeg trek in de mosselen. We verlieten als laatsten de Oesterput.
‘Ik zie jullie zo,’ zei Chiel, ‘het douchewater is nu warm trouwens’.
Onder het douchen vroeg Els: ‘Welk fruit komt er bij je in de mand Peter?’
‘Dat laat ik je weten als we ter kooi gaan Els’.
Hilary en ik deden de bardienst op de boot, de horeca mensen hadden vrij.
Chiel vertelde een Belgische waarheid ‘Als je uitgaat neem dan nooit de eerste borrel, deze smaakt niet, de laatste sla je af, deze veroorzaakt de hoofdpijn de andere dag.’
Bij het vertrek van boord vroeg Chiel: ‘Vanmiddag om twee uur mosselen eten boven? Dat kan nu, jullie hebben een gediplomeerde uitkijk aan boord.’
‘Hij heeft ook kennis van fruit,’ zei Els, ‘dat gaan we zo vernemen.’






Alles was afgeruimd, nog even terug naar het washok om de tanden te poetsen en dan ter kooi onder toeziend oog van de fruitmeester. Deze rapporteerde: ‘Billen als nectarines, borsten als meloenen, twee maal Reine Claude (koninginnen pruim). Extra aanbeveling: zeker dit fruit niet in een pyjama te verpakken.
Een goede nacht dames,  ik zie dat het fruit zich al heeft toegedekt in de mand.’


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg

woensdag 10 februari 2016

NOSTALGIE met een FUTURE deel 4


De komende delen beschrijven het jaar 1975.   



Hilary - Janna - Els - tante Jopie



Station Hoek van Holland


Donderdag 2 januari
Pa en Ma Goldappel waren met de ferryboot terug naar Harwich Engeland. In het najaar van 1975 zouden zij naar Kreta verhuizen, het pand met de Fish and Chips zaak met de woning erboven was verkocht.
‘Ze hebben het er moeilijk mee,’ zei Hilary, ‘het was de zaak van mijn grootouders. Maar ze hadden geen andere keuze, de overheid koopt alles op in Limehouse want er is een extra tunnel gepland onder de Thames. Men noemt het The Limehouse Link.’
Het begon te regenen en het was guur op het perron van Hoek van Holland toen we daar stonden te wachten op de trein die ons naar station Schiedam zou brengen. Hier moesten we overstappen op de trein naar Amsterdam. Tijdens het overstappen in Schiedam zag Janna een informatiebord van tekst veranderen.
‘De eerstvolgende trein gaat naar Vlissingen, lezen jullie dat ook? Laten we daar heen gaan voor de rest van mijn vrije dagen!’
‘Ja,’ zei Hilary, ‘ook daar verkopen ze vast wel ondergoed!’
En weg was Janna voor drie maal een kaartje enkele reis Vlissingen.


Station Schiedam


Station Vlissingen



Het was al donker toen we arriveerden in Vlissingen, nog steeds koud en guur, geen taxi op de standplaats. 
De stationsrestauratie was verlicht dus maar even naar binnen. Ze hadden een menu van de dag, stamppot zuurkool. 
We hadden wel trek gekregen.
Onder het eten vroeg Janna aan de serveerster: ‘Weet jij nog een leuk en betaalbaar hotel aan de boulevard, want deze man bij ons aan tafel wil weer zout water ruiken, hij is al meer dan drie maanden aan de wal.’
‘Ja, mijn tante heeft een hotel aan de boulevard, zal ik haar bellen?’
‘Heel graag!’
Even later kwam ze terug: ‘Geregeld met een half uur komt zij u ophalen als u dat wilt.’
‘Oh fijn, laat haar maar komen na de koffie. Alvast reuze bedankt.’
Even later: ‘Kijk, daar komt mijn tante Jopie aan in haar lelijke eend.’
Even later schudden we haar de hand.
‘Geen koffers?’ We schudden van nee. ‘Dan breng ik u naar De Leugenaar.’
‘Nou,’ zei Janna lachend, ‘u hebt ons snel door.’
‘Nee,  het is de naam van mijn hotel.’ zei tante Jopie.




Aangekomen bij het hotel zei tante: ‘Ik zet de eend even weg, gaan jullie maar alvast naar binnen. In de hal is de receptie, eigenlijk zijn we gedurende de maand januari dicht. Ik zie jullie zo.’
Wat een uitzicht met die schepen die op nog geen 200 meter afstand voorbij gingen. Je hoorde hun motoren stampen.
‘Ze varen bijna op de boulevard!’ zeiden de meiden.
Tante kwam vanuit het souterrain de receptie binnen, samen met Els haar vriendin. 
'Uit het telefoontje van mijn nichtje begreep ik een kamer aan de voorzijde voor meneer. Dat zijn allemaal tweepersoonkamers. We kunnen, als jullie dat willen, er in de grootste kamer een vakantiebed bij zetten.'
‘Laten we maar gaan kijken.’
Even later waren ze terug, gierend van het lachen: 'Volgens tante Jopie ga jij op het bijzet bed, mooi voor de deur met uitzicht op de Rede.' 
Zo wordt er voor je beslist als je als man in de minderheid bent. Ik voelde een depressie opkomen, om deze te onderdrukken neem ik altijd Irish koffie. De vraag kwam dus ‘wie wil deze maken?’
‘Als ik slagroom in huis heb gaat het lukken,’ zei Els.
‘Maak er dan vijf als jullie beiden ook trek hebben,’ zei ik.
Hilary en Janna gingen tante Jopie helpen met het bed plaatsen, ik mocht naar de schepen kijken terwijl Els bezig was met de koffie. Na onze derde Irisch koffie wilde ik wel naar de kamer en naar bed tenslotte wilden we bijtanken.
‘Uitslapen en gezamenlijk ontbijten om tien uur,’ zei Els.

Ik ging maar als eerste de badkamer binnen, ik hoefde het minste te doen, tante Jopie had ons van tandenborstels met tandpasta voorzien. Morgen maar nieuwe pendekken* kopen. De meiden waren in de badkamer doende en  ik zat op de rand van het bed naar buiten te kijken. Na vijf minuten moest ik denken aan het lied Heb medelij Jet.
Na een half uurtje kwamen de meiden weer fris tevoorschijn. Haren in een baddoek, badjassen aan.
‘Ik ga de biertjes halen,' zei Janna, 'Els heeft me verteld waar ze staan.’
Ik voelde steeds meer van het bedprofiel. De haartjes waren droog, de biertjes leeg, de badjassen gingen uit en de meiden kropen in bed.
In twee talen hoorde ik: ‘Wat een heerlijk bed! Hoe ligt ons mannetje?’
‘Nou het bedprofiel is goed voelbaar en weet je, toen ik jullie in bed zag stappen moest ik ineens aan Kok Nol (klik) denken.’
‘Hoezo aan hem?’ (zij kenden hem beiden)
‘Kijk,’ zei ik: ‘er passeerden net voor mijn gezicht volle appelbillen, zachte perzikbillen, borsten als handperen en twee mirabellen (kroespruimen).’
‘Wij zagen slechts één banaantje!’ zei Hilary.
‘Weet je Peter,’ zei Janna ‘je mag nooit een banaan tussen schoon gewassen fruit leggen, dit versnelt zijn veroudering en dat kunnen we niet hebben!’
Ik keek maar naar buiten en zei: ‘Daar verwisselde een roroschip van loods,’ **


Een roroschip (roll-on-roll-offschip)


Vrijdag 3 januari
Onder het ontbijt vroegen we of we wat langer mochten blijven. Dit mocht, alleen de keuken was dicht.
‘We zouden dan graag een week blijven met jullie goedvinden.’
Tante stelde voor: ‘Als jullie mee willen helpen halen we het  zithoekje uit de kamer, dan past daar een echt bed.’
Janna zou Rob bellen en vragen of zij tot één februari vrij kon krijgen, dan kon ze mee naar Maastricht. Ik wilde tegen die tijd weer naar zee. Hilary kon dan als uitzendkracht beginnen. We zouden dan gedrieën mooi nog een tocht door Nederland kunnen maken.
Maar eerst ging ik Els helpen met het afruimen van het ontbijt. Janna ging Rob bellen, de kamer boven werd in orde gemaakt en toen was er koffie. Hierna de stad in voor kleding. Janna kreeg vrij voor de rest van de maand!

  *  Pendek = Maleis voor korte onderbroek (de huidige boxershort).
** Loods verwisselen gebeurt op de Rede van Vlissingen. De zeeloods gaat van boord, hij is aan boord gekomen vanaf de loodsboot gelegen nabij de Wandelaar (West Post) of Steenbank (Noord Post) de rivierloods vaart mee tot in de sluizen van Antwerpen en het omgekeerde gebeurt natuurlijk ook.

Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg


woensdag 3 februari 2016

NOSTALGIE met een FUTURE deel 3


Hier had nu mogen staan: Gastvrouw & gastheer voor Kerstmis en  Oudejaarsdag 1974 in Amsterdam, maar…
  1. het is geen kerst
  2. voor u nu vast niet interessant en dus plaatsen we dat maar dit jaar in december
In plaats daarvan wordt het een kijkje in de keuken van de Astronavigatie uit 1974.
Gegeven door de leraren Lentinga (praktijk) en Sterk (theorie). Bram was er dus voor het Engels in woord en geschrift.



Astro bestek


Men heeft nodig voor een Astro bestek van ster, zon, maan of planeten:
-       Nautische Almanak (wordt ieder jaar uitgegeven)
-       Zeevaartkundige Tafels voor de Nederlandse bestekbecijfering
a.       hoogtepunt methode voor 57 sterren in totaal, de zon, de maan en de planeten Venus, Mars, Jupiter en Saturnus
b.      middagbreedte van de zon
c.       breedtepunt uit waarneming poolster
-       Zeekaart om je bestek in uit te zetten
-       Tijdmeter voor de juiste Greenwich tijd
-       Sextant
-       Een goede heldere kim (horizon)


Cijferschema's Zeevaartkundige Tafels


In m’n leven als zeeman kwam ik erachter dat de kim altijd even ver was.
Dat er naast het Ware Noorden nog een Magnetisch Noorden is met een Kompas Noorden, deze beide laatste zijn de miswijzing  van de zeeman.
Dat de Bolvormige Trigonometrie van John Neper (1550-1617) met zijn Regel van Neper een belangrijk element is in de zeevaartkunde. 
Evenals de parallactische verplaatsing van de hemellichamen van de drie wetten van Johannes Kepler (1571-1630).
Dat Christiaan Huygens (1629-1695) met Newton (1643-1727) veel hebben bijgedragen aan de kromlijnige berekeningen bij het plaatsbepalen op zee.
Dat de Nederlandse methode, met al haar opzoekwerk in de Zeevaartkundige Tafels die een tijdsduur had van 10 à 20 minuten om een hoogtelijn in de zeekaart te projecteren, de meest bewerkelijke was. In 1974 mocht er op de Nederlandse zeevaartscholen alleen met deze methode gewerkt worden.
Dan was er nog de Amerikaanse methode met de H.O. 249. Bij deze methode is al het opzoekwerk van de cosinus, sinus, sinsvers P, cotangent al voor je gedaan. De oud kapiteins in de examencommissies voor stuurlieden ter koopvaardij vertrouwden deze cijfermethode niet.
Met enige ervaring schoot men vier sterren met een berekening van de hoogtelijn in 20 minuten.
Ten slotte was er nog de Snelle Tafelmethode samengesteld door de heer J.C. Lieuwen.


Een oude ansicht van het Zeemanshuis met de Zeevaartschool.
Beneden kantine, recreatiezaal e.d. en boven de kamers van het zeemanshuis.
In het midden (1e etage, de grote ramen) was de zeevaartschool.


In 1980 zag ik voor het eerste stuurlieden aan boord komen die met een calculator het bestek in de zeekaart konden zetten. In 1981 constateerde ik bij een van mijn bijscholingscursussen dat er werd onderwezen in het gebruik van de computer aan boord. Langzaam maar zeker zag men op de Nederlandse vloot Satellietnavigatie komen, de computer voor de belading ging ook zijn intrede doen. De Scheepvaart Maatschappijen dachten dat er van de HBO opleiding maar een MBO opleiding gemaakt moest worden. Hun gedachte was duidelijk, n.l. een lagere CAO. Toen dit niet lukte ging men de weg op om steeds goedkopere zeelui te vinden en dit lukte.


In de volgende blog pakken we de draad weer op in januari 1975.


Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg