Deel 3 van 3
Achteraf bleek het gevaar dat we werden
ontdekt niet zo groot. De desbetreffende douanechef van een stuk
kuststrook waar gelost werd was omgekocht en dus was er geen
surveillance. Werden we door een kustwachtvaartuig aangehouden, dan
werd er door een van de Ali Babas een mapje met dollars overhandigd
aan de bemanning van dat vaartuig. Met een arrivederci of ciao konden
we de reis vervolgen. (De waarde per reis was telkens ongeveer fl. 300.000,--)
Een keer konden we niet lossen in buurt
van Napels aan de Tyrreense Zee i.v.m. het slechte weer. Men stuurde
ons naar Porto Empedocle aan de zuidkust van Sicilië, hier ging de
lading gewoon bij daglicht op vrachtauto’s, maffia?
Het meest
gevaarlijke was het lossen op de noordpunt van Sardinië, dan moest
er ook gelijk gelost worden op Zuid-Corsica, maar deze douanechef was
niet omkoopbaar, maar ja, dit is dan ook een Frans eiland.
Twee keer
hoefden we niet te vertrekken daar de weersvooruitzichten in de
Adriatische zee te slecht waren door de Bora wind. John zorgde er
netjes voor dat de maandbrief (betalingen) naar onze bank op Kreta
werden gedaan.
Frits ging begin december van boord, hij had de
aanbetaling voor zijn huis op zak. Nu gingen we weer met ons drieën
de wal op, iedere avond de Sjors en Sjimmie lezen ging ook vervelen.
Frits zijn aflosser Oscar hield niet van het nachtleven.
Onze lading
Amerikaanse sigaretten van de American Tobacco Company werd per
vliegtuig aangevoerd vanuit de USA.
In een loods op het haventerrein
deed men zes dozen bij elkaar in een sling, er gingen tien slingen
per snelle motorboot mee naar de vaste wal. Als we dicht genoeg onder
de wal konden komen was het vaak in een nacht gelost. De pakjes of
sloffen sigaretten kon men later kopen bij verkeerslichten of op
drukke punten in de steden, maar natuurlijk ook in cafés onder de
bar door.
Het was voor ons haast moeilijk om eind februari weer
gewoon burger te worden. We hadden dollartekens in onze ogen
gekregen. We reisden af om nog voor drie weken naar Lentas op Kreta
te gaan voor we naar De Druif gingen. We waren niet overwerkt en
hadden meer een Oom Dagobert Duck gevoel.
Als zoiets zich nog eens zou aandienen
zouden we het zeker weer doen. Pa en Ma Goldappel waren in hun nopjes
om ons weer te zien. Ma gaf mij wel op m’n kop dat ik haar dochter
mee had genomen op een dergelijk duister jacht.
Pa zei met een lach: ‘Ik had je
moeten wegsturen toen je voor de eerste keer kwam vragen om met haar
naar de bioscoop te mogen. Voor straf moest ik elke dag vers brood
halen en deed dit op Ma haar scooter. Voor ons moest het er ook zijn.
Toen we met ons drieën waren vroeg
Janna: ‘Had hij bij jou toen ook al een broek met bioscoopzakken
Hilary?’
De overpeinzing op z’n Woodlegs
(november 2016)
Als ik het Albanië onder Enver Hoxha
(1908 -1985) van toen vergelijk met het Cuba onder Fidel Castro (1926
- 2016) uit dezelfde tijd, dan was het nachtclubleven in Havana beter
betaalbaar. Neem ik daar het Roemenië bij, dat werd geregeerd door
de Ceauşescu's (1918 -
1989), daar was het nachtleven verboden. Bij de havenpoorten en op
straat was er een levendige zwarte markthandel. Winkels leeg, veel
dingen op de bon.
Maar in alle drie de genoemde landen
waren de blikjes Cola een goed ruilobject, evenals margarine.
Hoe zat het ook alweer met de ideologie
van het communisme? Sociale, politieke en economische gelijkheid met
broederschap. Door de dictators vertaald als 'Ik een beetje meer dan
mijn volk'.
Ze hebben in elk geval niet voor
vooruitgang gezorgd.
De winter laat zich langzaam maar zeker
voelen, tijd voor de warme chocolademelk met een dik vel.
‘Waar blijven de pepernoten
papa?’ hoorde ik Manneke net zeggen.
‘We zullen geduld moeten hebben
kleine lummel.’
Het volgende bericht:
Scheepsbedrijf Noordlijn/Equator 1978 – 1988 te
Emmen, Drenthe.
Recht
zo die gaat!
F.L..Woodleg
Nou Peter,dat was een spannende maar lucratieve reis. Ik kan me de reactie van Ma wel indenken, ik heb zelf ook een dochter,gelukkig was je straf niet zwaar;)
BeantwoordenVerwijderen