Zeillogger VL.92 "Balder" Zijn huidige ligplaats is het Scheepvaartmuseum in Amsterdam Op mijn profielfoto bovenaan sta ik voor de "Balder" in het museum. |
Naamlijst en visnummer:
In 1814 werd in Vlaardingen de
‘Naamlijst der haringschepen ter haringvisscherij gaande’
ingevoerd. In de volksmond werd dit het rederijboekje genoemd. Deze
naamlijst bevatte een nummer met een dubbel letterteken dat stond voor de plaats waar de schepen
thuis hoorden. Voor Vlaardingen was dit toen VN. Tevens een opgave
van de rederij, scheepsnaam, schippersnaam en stuurlieden.
In 1824 was er een naamlijst met
visnummer voor:
AM = Amsterdam
PS = Pernis
DP = De Rijp
ZL = Zwartewaal
EN = Enkhuizen
MHS = Middelharnis
In het Staatsblad nr. 76 van 21 juni
1881 stond dat er volgens wet bepaald was dat alle schuiten, schepen
of boten in Nederland thuis behoren. De zeevisserij van welke aard dan
ook uitoefenen hetzij op de Noordzee, hetzij op de Zuiderzee, een letterteken
van de gemeente waar zij thuis hoorden plus een nummer moesten gaan
dragen.
In mei 1882 was er in Den Haag een
internationale bijeenkomst van de landen Nederland, België,
Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië, Ierland en Frankrijk tot
regeling van de politie op de visserij buiten de territoriale
wateren. Hierbij werd bepaald dat elk schip verplicht was een naam te
dragen met de haven van herkomst. Het moest in olieverf, wit op een
zwarte achtergrond, de letters moesten een hoogte hebben van acht
centimeter en een dikte van twaalf millimeter.
Het moest op een duidelijk
zichtbare wijze worden geplaatst op een afstand van ongeveer acht à
tien centimeter onder het potdeksel*. Verder werd er voorgeschreven
dat letterteken en nummer stonden op al het visgereedschap behorende
bij het schip.
In oktober 1882 waren er van 115
plaatsen lettertekens vastgesteld, enkele hiervan:
SCH = Scheveningen, MA = Maassluis, VL
= Vlaardingen, ST = Stavoren, VD = Volendam, UK = Urk.
In 1911 vervielen de plaatselijke
visserijregisters door invoering van een wet ingesteld door het
Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid (1908). Alle
vissersvaartuigen werden ingeschreven in een Centraal
Visserijregister. Tot op de dag van vandaag zijn de toen
voorgeschreven tekens en nummers, op een paar kleine wijzigingen na,
gehandhaafd gebleven. Immers, elk schip waarbij het letterteken en
nummer en/of de naam zichtbaar is kan onmiddellijk geïdentificeerd
worden.
*potdeksel = de benaming uit de
scheepvaart die gebruikt wordt voor de bovenste (binnen-)rand van de
romp van een schip. Het potdeksel dekt bij houten schepen de koppen
van de spanten af, maar wordt ook bij stalen schepen gebruikt.
De WR.130 van een kennis van ons: Jan Rotgans |
Zie voor Jan Rotgans: http://www.janrotgans.com/
Recht
zo die gaat!
F.L..Woodleg
Leuk te lezen peter groetje erwin &corina
BeantwoordenVerwijderenHej Peter,
BeantwoordenVerwijderenWeer een mooi stukje heb je geschreven. Omdat ik als we op de camping zijn altijd naar de boten ga kijken vind ik het zo leuk als ik dingen opmerk die ik hier op jouw blogg heb gelezen.
Kram Els