|
Kerstboom op de Dam. |
In de donkere dagen na Centen Klaas had ik in de
schoolbanken, die mij niet erg aanspraken, een Luduvudu tijd. Er moesten nieuwe
banden komen voor mijn Solex, de voorband was te glad, de motor had geen grip meer
op de te gladde band. Sinterklaas had dit over ‘t hoofd gezien en het was nu
een fiets met hulpmotor geworden. Zij moest maar even naar Fred, de
fietsenmaker van het Waterlooplein, hij verkocht in deze tijd ook kerstbomen.
Ik had er twee voor hem afgeven bij Rode Janet en Blonde Aal.
De kerstboom op de Dam, een gift van Trondheim*, stond er al
verlicht bij. De Bijenkorf was na vijf december ook compleet in kerstsfeer. Ik
was er even doorheen gelopen om op de parfumerie afdeling twee flesjes L’Air du
Temps van Nina Ricci te kopen. Ik zou er een versturen naar Hilary, de andere ging onder de kerstboom
voor Janna. Ze werden mooi ingepakt door de dame achter de toonbank en ze
wenste me een fijne kerst. Het was miezerig weer, geen winter, wel waterkoud.
Er
was een hogedrukgebied in opbouw boven Berlijn en als deze sterk genoeg zou
worden kregen we winter in West- en Midden-Europa. Ik liep met de gedachten om
maar een korte zeereis te gaan maken, als aflos Stuurman was er altijd wel een
Stuurman die de feestdagen thuis wilde zijn. Gruno had geen schip voor een
korte aflosperiode, evenmin bij Redwise.
Twee maanden vond ik te lang om van
school weg te blijven. Ik wilde wel in het voorjaar examen doen. Weg uit die
duffe schoollokalen.
‘Je zou Beck’s Scheepvaart in Groningen kunnen bellen,’ zei
Janna, ‘zij doen toch korte reizen op de Noordzee?’
‘Als het lukt zal ik dan vragen of
je mee magen varen, als je tenminste wilt en kunt?’
‘Als dat zou mogen, dan vraag ik wel aan Rob of zijn broer
Bob mijn plaats in mag nemen,’ zei Janna.
‘Dan ga ik vragen of iemand van Hammy z’n personeel de barbecue
wil doen op de dagen dat ik er niet ben, er zit voldoende voorraad in de
diepvries.’
Ik begon me beter te voelen. Nu de heer Folmer van Beck maar
bellen, hij deed de personeelszaken. Even enkele beleefdheidsgegevens uitgewisseld.
Mijn Stuurmans dispensatie was geldig tot 15 december 1970.
‘Als je deze verlengd krijgt dan heb ik wel een schip voor
je,’ zei de heer Folmer.
De oude studievriend van Wilde Bill gebeld, hij zat bij de
Scheepvaartinspectie op de Kop van de Zeedijk. Ik vroeg of hij mijn dispensatie
mocht verlengen.
‘Geen punt, ik bel de heer Folmer wel om welk schip het
gaat, ik zit de hele dag op kantoor Piet. Tot zo!’
Toen hij me mijn verlengde dispensatie overhandigde zei hij:
‘De volgende keer als ik je weer zie ben je wel in het bezit van een diploma
voor Stuurman. Ik zag dat het dispensatie betrof voor de Vanguard, callsign
PIDM.’
Vanuit De Druif belde ik Folmer dat mijn dispensatie was
verlengd en dat ik zag dat het om de Vanguard ging.
‘Het is een nieuwbouw schip Stuurman, de proefvaart is 17
december. Graag woensdag de 16e aan boord, in de loop van de dag
ligt zij in Delfzijl in de Handelshaven. De kapitein is Van der Lee, de
Machinist is Kwaak. Na de proefvaart gaan jullie in Ballast naar Caen, Normandië
om draadrollen te laden voor Londen - Poplar Docks. De feestdagen liggen jullie
over in Londen. Zoals het er nu uitziet worden jullie daar op vier januari
gelost. Dan in ballast naar Antwerpen of Rotterdam, dan wil ik je daar wel weer
aflossen.’
‘Nu mijn vraag meneer Folmer, mag mijn vriendin mee op deze
korte reis?’
‘Ik ga met de Kapitein overleggen, als je niks meer van mij
hoort is het goed. Zie ik jullie de 17e op de proefvaart, tot dan.’
We gingen beiden onze overdracht regelen en koffers pakken.
‘Als we naar Londen gaan en daar de feestdagen over liggen,
kunnen we dan naar Hilary?’
‘Ik zal haar nu bellen, zet de teller maar aan!’
Hilary was op dat moment gelegerd in het Royal Military
Hospital nabij Colchester, ze zat bij de Royal Army Medical Corps (RAMC).
|
Embleem RAMC |
Het kon soms wel eens even duren voor ik haar aan de
telefoon kreeg als ze niet op haar kamer was.
Na twee doorschakelingen had ik
haar aan de lijn en had ik haar uitgelegd wat ik de komende 3 à 4 weken zou gaan
doen.
‘Jammer Peter, ik heb me vrijwillig in laten roosteren voor
de kerst en voor oud en nieuw, ik kan het nu niet meer terugdraaien. Daarna ben
ik twee weken vrij. Jullie zouden naar Colchester kunnen komen als jij van
boord mag, het lijkt me leuk om Janna weer te zien. Er is hier een pension op
de basis waar echtgenoten van in het leger zijnde personeelsleden mogen
verblijven. Ik vraag mijn commandant of hier een uitzondering op gemaakt kan
worden. Bel me op vanuit Caen Peter.’
Ik gaf de telefoon door aan Janna, dan kon zij afsluiten.
|
Vanguard (foto Tina) |
Woensdag de 16e december rond de middag waren we
aan boord, we konden gelijk beginnen. Janna ging de koffers uitpakken en de
kooi op maken. De matrozen waren er al, ze waren al doende om de dekstores weg
te werken, hierna de machinekamer stores, het bunkeren was al gedaan. Na de
thee gingen we de proviand wegwerken, de kok was er nog niet. We lieten het
maar in dozen staan. De spullen voor de koelkast en de vriezer vonden wel hun plaats.
De potten en pannen met het bestek ook. De kapitein ging maar eens bellen met
de heer Folmer waar de kok bleef, deze had maar bedankt.
'Het verzoek aan u
Stuurman om het koken waar te nemen, dit heeft u vroeger ook al eens op schepen
van de rederij gedaan. Als hij morgen aan boord is krijgt u te horen wat de
vergoeding wordt.'
‘Ziet u Kapitein, Janna en ik wilden de tijd dat het schip
in Londen ligt graag van boord met uw goedvinden. Kan er dan iemand anders
koken?’
‘Dit kunnen we oplossen,’ zei de Meester, mijn vriendin
woont in Londen, ze is die dagen vrij en zal dan wel willen koken.’
‘Dit probleem is dan opgelost zei de Kapitein. Als je met
lossen maar weer aan boord bent Stuur. Nu gaan we eten bij de Chinees, houd het
eenvoudig, niet meer dan twee consumpties per persoon, ik moet om mijn
voedingsgeld denken.’
Na terugkomst hielp Janna mij mee de proviand verder op te
ruimen, zodat de volgende morgen de kombuis vrij was voor het
cateringpersoneel, zij verzorgden ook ons ontbijt en de catering tijdens de
proefvaart.
Donderdag de 17e om 10.00 uur waren alle gasten
aan boord. ‘Voor en achter!’ werd er geroepen. We ontmeerden nog onder gezag
van de Kapitein van de scheepswerf. Na een aantal proeven werd het schip
overgedragen aan de rederij, van der Lee was nu Kapitein. Om 14.00 uur meerden
we af, alle genodigden gingen van boord. Hendrikus Beck liep met de Kapitein
alle certificaten door, op de brug ruimde ik de zeekaarten met boekwerken op.
Janna was in de kombuis bezig met de voorbereiding voor onze warme maaltijd om
17.00 uur. De loods was voor 18.00 uur besteld en onder zijn aanwijzingen
voeren we de Eems af.
In het journaal met als nummer 1 stond: 1e reis
Delfzijl - Caen onder loods aanwijzingen de Eems af, helder zicht, radar bij.
21.20 uur, loods ging van boord nabij de Westerems boei, hier lag de
Nederlandse loodsboot.
Mijn wachten waren van 00.00 uur tot 06.00 uur en van 12.00 uur tot 18.00 uur. De matrozen
liepen een wacht van 3 uur op, 6 uur af. Het was rustig weer. Janna zorgde voor
de maaltijden, dit waren we met de heer Folmer overeengekomen.
Bij zeeziekte
van Janna zou ik koken op zee.
Zaterdag de 19e meerden we af tegen het einde van
de middag, de eerste reis van de Vanguard zat er op.
Wordt vervolgd op 18 december...
* De kerstboom op de Dam was een gift van Trondheim aan de
Gemeente, deze gaf haar weer aan het Leger des Heils.
Na 2000 kwam de kerstboom
op de Dam uit de Duitse Ardennen, omdat de Noorse kerstboom steeds kleiner werd
en vaak gebroken takken had.
Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg