In het vorige stukje
las u dat er vraag was naar een nieuw type schip.
Maar... door de nieuwe
wet van 1969 en de vraag om nieuwe schepen hadden schepen als Leprechaun, Springbok,
Spirit, Tarzan en Globe, die in 1969 al aardig op leeftijd waren, hun
economische bestaan gehad. Maar een ieder die erop heeft gevaren zal hun namen
nooit vergeten, evenals de kleine havens, soms ver landinwaarts gelegen. Dit
tijdperk werd afgesloten. Veel van deze kleine schepen zijn verkocht en varen nog
elders op de wereld. In april 1971 werd van overheidswege een saneringsregeling
ingesteld voor schepen van negentien jaar en ouder om deze te laten slopen, of
men ging ze opleggen tot er zich een buitenlandse koper meldde. Of zoals de
Kwiek die een woonschip werd. Als de Nederlandse meetbrief en zeebrief in het
kadaster voor zeeschepen maar waren doorgehaald.
Vaak waren deze
kleine coasters eigendom van een hardwerkende kapitein/eigenaar. Geld voor
investeren in nieuwbouw was er vaak niet of men moest een ‘alliance’ aangaan
van samenwerkende families. Een duidelijk voorbeeld daarvan was Beck uit
Groningen evenals Scheepvaartkantoor Groningen, later Seatrade en zo waren er
nog wel meer. In de wereld van de Grote Handelsvaart gebeurde hetzelfde, de
Amsterdamse en Rotterdamse rederijen gingen samenwerken onder de naam
Ned-Lloyd. Ook zij gingen containerschepen in de vaart brengen maar zij visten
achter het net.
De Kwiek die een woonschip werd. |
Er ontstond ook weer
een nieuw soort kapitein/eigenaar voortkomend uit de binnenvaart of de zeevisserij.
Zij waren het die nieuwe kustvaartuigen met een lage kruiplijn of anders gezegd
het huis tot huis vervoer gingen doen. Het werd een modern schip voor de zee-
en binnenvaart naar ontwerpen van Conoship, 1600/2000 ton lading, 750 pk, vier
bemanningsleden. Noordlijn Emmen heeft er ook twee in beheer gehad. M.S.
Umeazee en M.S. Zuiderzee (1984) uit een serie van 4. Dit waren wel de grootste
kruiplijners in laadvermogen (3000 ton), de lage kruiplijn werd mogelijk
gemaakt door de hydraulisch verstelbare stuurhut tot het Rijnvaart niveau (9.10
m) en nu lag het Roergebied vanaf zee binnen hun bereik. De 1350 pk hoofdmotor met boegschroef en tevens een Becker-roer (ook wel flaproer genoemd) maakte het
tot een zeer handzaam schip in nauwe vaarwaters. Becker-roer is een roer met aan
de achterzijde van het roerblad een scharnierend deel dat, bij het verdraaien
van het roer, sterker uitslaat dan het roer zelf. Vijf man bemanning doordat zij onder de 2000
GT grens zaten.
Zelf heb ik met veel
plezier een aantal jaren op deze kruiplijners gevaren.
Becker-roer (of flaproer). |
Zuiderzee |
In 1978 begonnen de reders
met behulp van investeerders wederom te klagen, het vrachtvolume zou per schip
moeten groeien. Minder bemanning, goedkoper personeel, de Nederlander was te
duur. De verandering kwam er in september 1983, BRT 4000/6000 werd het,
allemaal onder de noemer Handelsvaart om zo de positie van de Nederlandse vloot
te verbeteren met een aantrekkelijk belastingvoordeel voor de investeerders (de
VOC mentaliteit).
Svea Pacivic |
De Svea Pacific was
zo’n investeringsschip met Rotterdam als thuishaven. De bevrachting werd door
de Noorse Rederij Paal Wilson gedaan. Zij was in Spanje gebouwd een BRT 4000. Een
vierkant ruim, een mooie naam, jammer dat het containers* als lading had.
Noorwegen 3 havens, Zweden 4 havens, Hamburg, Rotterdam, via het Suez kanaal,
Rode Zee, bunkeren in Djibouti, naar Mombassa (Kenia), Dar-es-Salaam (Tanzania),
Beira (Mozambique). Op de terug reis naar Oslo deden we Mogadishu (Somalië)
aan. Bunkeren in Ceuta, tevens werden daar weer verse groenten geproviandeerd en
zelf kocht ik er altijd een doos Maja zeep voor het thuisfront.
Suezkanaal |
* Containers. Door
dit vervoermiddel (de blokkendoos) zijn de exotische geuren in de havens
verdwenen, evenals de namen op de Vemen (pakhuizen) als Balie, Java, Ambon,
Lombok, Suriname, Ceylon. Daar waar men vroeger de geur kon ruiken van de specerijen,
evenals die van koffie, cacao, thee en rubber. In deze oude havengebieden lopen
nu ouders met kinderwagens, het zijn multiculturele woongebieden geworden
gelijk een blokkendoos. Het merendeel van de pakhuizen is gesloopt. Ik weet er
nog een in Amsterdam te staan aan de Westerdoksdijk kop Houtmankade waar nu kleine
ondernemers in zitten .
Het volgende bericht: Er
zal nog wel meer veranderen.
Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg