Krantenknipsel 1962. Wanneer je op de afbeelding klikt is de tekst redelijk leesbaar. |
Het schip 'FES' viel nog onder de
oude scheepsmeting brt 499 call sign PEBP.
Ik heb ermee in een
lijndienst gevaren: Rotterdam, Marokko, London. Het was een snelle dame uit
1962.
13,5 mijl motorvermogen, 1435 pk.
Het voorruim was een koel-/vriesruimte,
destijds uitzonderlijk in de kustvaart. Ze is in oktober 1975 verkocht naar het
buitenland en bleef tot eind 1997 in de vaart.
Er kwam laatst een
mail met de vraag hoe het werken en leven aan boord eraan toe ging…
Tegenwoordig is de
accommodatie aan boord redelijk luxueus, er zijn vaak twee messrooms, aparte
sanitaire voorzieningen voor ieder bemanningslid in een hut welke voorzien is van
een koelkast. In de kombuis kookt men op elektra en er is veel vries- en koelruimte.
Op de schepen die
voor 1945 waren gebouwd sliepen de matrozen nog in het voorschip, vaak vier man
bij elkaar. Tot en met 1963 moest de bemanning zelf voor hun bedden- en
linnengoed zorgen, nu is dit allemaal aan boord.
Vrije tijd op zee kon
men benutten door een schriftelijke cursus te volgen of door tv te kijken met
video’s. Door te lezen.
De tijd in de havens wanneer
er niet gelost of geladen werd, werd door een ieder anders ingevuld.
De hieronder
beschreven bemanning / bezetting is voor een schip tussen de 75 meter en 110 meter lengte, in
lading tussen 3.000 - 10.000 ton, vaargebied buiten de Noordzee.
De kapitein:
De baas aan boord en
vertegenwoordiger van de rederij, hij is ook voor de administratie. Een
onderdeel daarvan was de loonadministratie voor de bemanning (gage
afrekeningen). Hij moest ook de contacten onderhouden met de scheepsagenten en
in de nautisch kwartieren zo nu dan de bemanning, wanneer die zich als een ‘zooitje
ongeregeld’ had gedragen, ophalen bij het politiebureau. Bijvoorbeeld als men een bordeel of kroeg had verbouwd
wanneer men deze te klein vond of de rekening te hoog. Hij maakte het vaarplan
(de koersen in de kaart). Dus voor alles wat met navigatie en zeewaardigheid had te
maken was hij de eindverantwoordelijke.
1estuurman:
Het laden en lossen
van de lading, het maken van een stuwplan bij stukgoed en het maken van een
voorlopig stabiliteitsplan zodat de boot niet om zou gaan is in de handen van
hem, het definitieve plan doet hij samen met de kapitein. Bij deze
werkzaamheden werd ook de 2e stuurman betrokken. Het algehele
onderhoud van het schip was ook de taak van de 1e stuurman, hetgeen
hij dan door de bootsman met zijn matrozen kon laten uitvoeren.
De 2e stuurman:
Heeft de
verantwoording voor het bijhouden van de zeekaarten, de boekwerken, de
navigatieapparatuur en de medicijnkast.
Tijdens het laden en
lossen in de haven is er altijd een stuurman aan dek.
Stukgoed laden |
Het werk van de machinisten
bestaat over het algemeen uit het onderhoud van de machinekamerinstallatie,
bunkeren van brandstof en smeerolie en het ballasten en ontballasten van het
schip. Deze laatsten in overleg met de 1e stuurman. Op koel- en
vriesschepen zorgen zij voor de juiste temperaturen in het ruim.
De kok: (de onbezoldigde omroeper van het schip)
Verantwoordelijk voor
de maaltijden en voor het proviand dat altijd voldoende aan boord moest zijn
voor de reis. De voeding aan boord was (en is) heel belangrijk en bepaalde in
belangrijke mate de stemming aan boord.
Kombuis |
De marconist:
Was er voor het
radioverkeer en de elektrische installatie aan boord.
Bijna ieder schip
heeft nu GMDSS ‘Global Maritime Distress and Safety System’ apparatuur aan
boord. Kapiteins en stuurlieden kregen een opgerekt Radio Certificaat en weg
was de marconist.
Radiohut |
Bootsman:
Heeft de leiding
over de matrozen.
De matrozen:
Zijn voor het
onderhoud en zeeklaar maken van het schip, de lading sjorren (vast zetten),
ruimen schoonmaken, graanschotten zetten bij het laden van graan. Vóór de
automatisering hadden zij een wacht van twee uur om het schip te sturen (roer
torn).
Op zee is er een
wachtindeling.
Kapitein 08-12 en 20-24.
1e
stuurman 04-08 en 16-20.
2e
stuurman 00-04 en 12-16
De matrozen liepen
in de donkere uren op zee ieder 2 uur wacht, hij die de 06-08 wacht had maakte
de accommodatie schoon.
De machinekamer,
wacht op zee.
1e
machinist 08-12 en 20-24
2e
machinist 04-08 en 16-20
Ass 00-04 en 12-16
Het ontbijt was van
07.00 - 08.00, van 12.00 - 13.00 de warme maaltijd met om 12.00 een schootaan (klik) voor de bemanning die geen wacht had. Van 17.00 - 18.00 de avondmaaltijd met
altijd een warme hap erbij.
De zaterdagse maaltijd was (toen ik kapitein was J) erwtensoep met pannenkoeken en voor de
zondag de halve kip met patat. Dit eet ik nu nog regelmatig in het weekeind. En
op de klipperaak de Rust Roest bij Margreet en Johan.
Recht zo die gaat!
F.L.Woodleg