bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

donderdag 11 oktober 2018

Onze tijd op de MS Zuiderzee 1985–1986 deel 2 - Teeltaarde voor The Isles of Scilly



Deel 2 van 6




De MS Zuiderzee
Een Nederlandse kruiplijn coaster uit een serie van vier. Ze waren de grootste en tevens de meest economische schepen van dit formaat die bij Cono-ship van de tekentafel waren gekomen voor Noordlijn - Emmen. Werden ze groter dan werden de bemanningseisen zwaarder. Deze Zuiderzee was gebouwd door Scheepswerf Harlingen in 1984.
Drieduizend ton laadvermogen met een bemanning van zeven. In 1988 mochten dit er vier zijn, de 2e stuurman, de machinist en de kok kregen ontslag. De gages van de overgebleven bemanning werden niet verhoogd. De 1350 pk MWM motor met zijn toebehoren kwam onder het toeziend oog van een bemanningslid die een baco kon vasthouden. 'Zeewaardigheid met Veiligheid' daar deed men niet meer aan. Het boek 'Op hoop van zegen' van Herman Heijermans uit 1900 had zo'n zelfde strekking. Het stuurhuis was hydraulisch verstelbaar i.v.m. de doorvaarthoogte van de vaste bruggen op de binnenwateren.

De Kapitein/eigenaar (het fruitbaasje uit Geldermalsen) had een familie die wel wilde investeren in zijn schip. Zij waren in een alliance gegaan. Het viel me op dat de thuishaven nu Delfzijl was en geen Geldermalsen, wat meer voor de hand had gelegen. Op zijn vorige schip de Alandzee was Tiel de thuishaven. De bevrachting ging via Schöning - Haren Ems, de administratie/bemanning deed men vanuit het kantoor te Emmen. Ook hier zouden ontslagen vallen, Schöning draaide de geldkraan langzaam dicht.
In Rotterdam nam ik het schip begin november over aan de Parkkade. Er moest geladen worden in Moerdijk aan het Hollands Diep, teeltaarde voor de Scilly eilanden waar Nederland van 1651 tot 17 april 1986 mee in oorlog heeft geleefd. "De Driehonderdvijfendertigjarige Oorlog", er is nooit een schot gelost.
Teeltaarde afkomstig uit de Brabantse Peel was voor de bloemenkwekers op deze eilanden voor hun exportproduct de snijbloemen. Het lossen gebeurde in de baai van St. Mary’s. Hier moesten wij ten anker, men bracht een ponton met een kraan erop langszij, tevens de nodige lege pontons. Als die waren beladen werden ze naar de diverse eilandjes versleept met kleine sleepbootjes. Deze manier van lossen nam tien dagen in beslag. Het was voor mij de tweede* keer dat ik deze eilanden bezocht.





* De eerste keer dat ik de The Scilly’s bezocht (1970) was voor een paar uurtjes. Dit om er drie tractoren af te leveren die in Oostende aan dek waren genomen. Gruno bemanningszaken had mij toen gevraagd om voor een paar weken af te lossen als stuurman op de MS Wodan, callsign PIRH, 600 ton DW. Na mijn fish and chips op St. Mary’s konden de trossen los, op naar Ballina gelegen aan de Ierse Westkust in de baai van Killala om de kunstmest in bulk te lossen die in Antwerpen was geladen. Hierna ging het in ballast naar Galway, gedroogd zeewier voor Oban in the Firth of Lorn. Van Oban in ballast naar Cardiff Bristol kanaal kolen voor Amsterdam. Voor mij werden het weer mijn geliefde schoolbanken aan de Nieuwe Vaart onder leiding van Piet van der Driest.


Recht zo die gaat!
F.L..Woodleg