bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

zaterdag 7 maart 2020

Lekker bloot en bezoek van de water-hermandad bij nacht



Westerdoksdijk
Foto: Gemeentearchief Amsterdam

Tijdens ons jaarlijkse september samenzijn in Zandvoort, onze 'No bra no problem' dag, werd er besloten om dit jaarlijks samenzijn te verplaatsen naar de maand december in een hotel met kerstarrangement. Bij deze laatste ontmoeting op het strand, vond het clubje van zeventigers dat ik maar weer eens moest gaan schrijven en men zou mij helpen. 
Pia en Rob deden de eerste voorzet: Het gebeuren bij de ventilatiepijpen van de Coentunnel aan de noordzijde van het Noordzeekanaal in 1978.

Wij als vriendenclub, waarvan het merendeel barpersoneel was van de cafés Scharrebier en De Druif aan het Rapenburgerplein en de lady bartenders van de Pondarosa bar in de Warmoesstraat, waren ons bewust van de fase waarin ons leven toen was. Zie ons als verouderde hippies die regelrecht van badkleding naar de blootzwemfase waren gegaan. Bloot zwemmen was destijds een hype.
In een aantal overdekte zwembaden in de Randstad was er de mogelijkheid om dit tijdens bepaalde dagdelen te doen. 
Hier zag men vooral vlezige oude heren die erop afkwamen, niet erg opwindend voor de vrije meiden onder ons. Alleen die door de NVSH werden georganiseerd, hadden een goed gemengd gezelschap. 




Hierdoor kreeg je heel wat plekjes als plassen en beekjes waar het gebeurde, vooral in de donkere uurtjes. Een ervan was Ruigoord, toen nog niet door de havens van Amsteram opgeslokt. Er waren ook een paar mooie plekjes aan het Noordzeekanaal. Op een van deze plekken nabij de ontluchtingstorens van de Coentunnel hadden we op een zondagavond onze sloep afgemeerd aan de remming. Onder het zwemmen verscheen er sluipend en zonder navigatieverlichting aan, een boot van de waterpolitie die de schijnwerper op ons richtte. In de schaduw van de stuurhut stonden een paar agenten. 
Eén van hen riep via de megafoon: 'Ga naar de steiger en klim erop.' 
We riepen terug: 'We zijn in ons blootje, de kleding ligt in het bootje.' 
Hierop werd ons gesommeerd ons onmiddellijk aan te kleden. Ze meerden af en onze namen werden genoteerd met de boodschap erbij ons voor twaalf uur maandagmiddag te melden bij het bureau aan de Westerdoksdijk. Dit deden we maar wat braaf, want zij kenden onze sloep maar al te goed. Nadat de RP boot uit het zicht was doken we weer naakt het Noorzeekanaal in. 
's Maandags kregen we van de commandant een preek nadat hij het verslag erbij had gehaald. Er mocht daar niet gezwommen worden. 
Hij wilde graag onze uitleg en die gaven we hem: 'We willen geen rimpels en wie ziet het als je in het water bloot bent, bovendien is onze fooienpot onvoldoende gevuld om een goed badpak te kopen.'
Zijn antwoord was: 'Niemand heeft het perfecte lichaam. Ga langs het Leger des Heils op de kop van de Prins Hendrikkade, jullie wel bekend. Bij een volgende ontmoeting zien we jullie graag in zwemkleding, jullie zijn nog jong genoeg om die rimpels glad te strijken.' Hij keek daarbij duidelijk naar Rob en mij. 
'Dit gaan we onthouden,' hoorden we de dames zeggen.

Recht zo die gaat!
F.L..Woodleg


Geen opmerkingen:

Een reactie posten