bij het scheepvaartmuseum

bij het scheepvaartmuseum
Als schipper van het V.O.C. schip de Amsterdam

zondag 3 mei 2020

De eerste stappen met de beenprothese... Je moet geen ‘hi’ roepen voordat je de brug over bent.


December 1971. 
Je moet geen ‘hi’ roepen voordat je de brug over bent.

Na mijn thuiskomst uit het Clatterbridge Hospital in de UK, moest ik enige tijd wachten tot de firma Franssen aan de Overtoom in Amsterdam met het verlossende telefoontje kwam. 
'Uw beenprothese is gereed.' 
Een leuk sinterklaascadeau, het was 4 december. 
Met de taxi naar de Overtoom, prothese passen, enkele stappen doen en met een taxi naar De Druif.  Janna en Rob hielpen mij met uitstappen, toen de trap af naar het souterrain. Ik was blij dat ik kon gaan zitten, wat een onding, dit zou niks gaan worden, een houten voet en een stuk aluminiumplaat in de vorm van een kuit geslagen. 
Later bleek dit een goede smokkelplaats te zijn. 
De koker waar mijn stomp in ging was van hard leer met metalen beugels aan de zijkant en scharnieren op kniehoogte. 
Alles tezamen hing er 7 kilo om je nek aan riemen. Probeer maar om erop vooruit te komen was het advies van de prothesemakers de heren van Tiel en Zandwijk. 





In januari zouden de lessen bij de VU in Amsterdam beginnen van 08.00 tot 12.00 uur. Nu eerst maar even koffie met een broodje, dan een dutje en weer enkele wankele stappen. Janna haar bardienst begon om zes uur, ik ging nog maar wat lezen en later op de avond naar café Montparnasse, wederom met een taxi. Deze avond zal in mijn geheugen en op mijn netvlies gegrift blijven staan. Na de nodige biertjes vond ik het tijd om te voet naar Sjaan en Aal op de gracht te gaan om mijn kunstbeen te laten bewonderen. Afijn, de brug op ging nog wel, maar toen eraf. De brug was een beetje glad van de vorst, ik gleed uit en het kunstbeen sloeg tegen een spijl van de brugleuning, brak en viel in de gracht. Sjaan, Aal en Toni zagen het gebeuren en renden zo snel zij konden naar buiten, de dames in hun werkkleding. Ze pakten de dreghaak van de brug en begonnen te dreggen. Zowaar, zij haalden het onderbeen naar boven en ik kon niet anders zeggen dan dat het een mooi gezicht was om de meiden over de brugleuning in de gracht te zien vissen, nu zag ik hun werkkostuums eens van achteren. Gedrieën hielpen ze me naar binnen en de meiden gingen het stuk onderbeen afspoelen. Ze kleedden zich om en brachten me terug naar De Druif. Wat ik me van deze avond verder nog herinner is dat de meiden me samen met Janna de trap af hebben geholpen. 

De volgende ochtend moesten we netten drogen. Ze stuurden me weg op mijn krukken om verse belegde broodjes voor ons ontbijt te halen. Maandag belde ik met de firma Franssen. Zo snel hadden ze nog nooit een klant met een kapotte beenprothese teruggezien. Maar na het verhaal van Sjaan aangehoord te hebben met mijn uitleg erbij, werd het been toch nog gerepareerd voor de feestdagen.  
Door de goede begeleiding van het fysio team van de VU mocht ik daar eind januari afscheid nemen, gevolgd door een barbecue in De Druif. Maar toen kwam de harde werkelijkheid, nieuwe keuringspapieren nodig om weer naar zee te mogen. Als professor Dubbelman van de VU het voortouw niet had genomen, was het mij nooit geluk om de medisch adviseur van de Scheepvaartinspectie, dokter Julsing, op andere gedachten te brengen. Artikel 31 in de wet van het schepelingenbesluit schrijft als eis voor dat men gezond van lijf en ledematen dient te zijn. (Lees: Clatterbridge Hospital na het ongeluk (klik) 
Maar 30 jaar later ging mijn monsterboekje voor het laatst in mijn koffer, goed gevuld met scheepsnamen van diverse rederijen en met stempels van zeer veel officiële instanties wereldwijd. Het was een tijd die nu nog vaak in mijn gedachten is waar ik ook ben en dat is nu aan de rivier de Berkel. Maar dit zal vast niet mijn laatste plaats zijn, de onrust blijft borrelen. 
Maar ja, je bent over de 70 en dan is er niet veel meer te willen.

Recht zo die gaat!
F.L..Woodleg


Geen opmerkingen:

Een reactie posten